Bel ons op +32(0) 50 31 50 55
Bel ons op +32(0) 50 31 50 55
Wenst u graag een afspraak te maken? Vul onderstaand contactformulier in of contacteer ons rechtstreeks via +32(0) 50 31 50 55.
Het boekhoudkundig en fiscaal landschap kan vandaag zeer verwarrend zijn. Om ervoor te zorgen dat u door de bomen het bos blijft zien, geeft Fiduciaire Ryckeman hier nog even toelichting bij veelgebruikte kerncijfers.
A. Voordeel alle aard personenwagen
Indien een werkgever (vennootschap of eenmanszaak) een wagen ter beschikking stelt aan zijn werknemer of bedrijfsleider en het voertuig mag ook gebruikt worden voor persoonlijk gebruik ontstaat hiervoor een voordeel alle aard. Het voordeel alle aard voor de personenwagen wordt als volgt berekend:
De cataloguswaarde bestaat uit de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan particulieren, verhoogd met de waarde van alle opties, option packs en accessoires en met de werkelijk betaalde BTW op de aankoopfactuur. Kortingen en verminderingen die u heeft verkregen op de factuur mogen niet van deze catalogusprijs worden afgetrokken. Het basispercentage CO² is in de berekening 5,5%. Dit percentage komt overeen met de referentie-uitstoot. De uitstoot van uw wagen wordt vergeleken met deze referentie-uitstoot. Ligt de CO²-uitstoot van uw wagen hoger dan de referentie-uitstoot, dan wordt het berekeningspercentage verhoogd met 0,1% per gram CO², met een maximum van 18%. Ligt de CO²-uitstoot van uw wagen lager dan de referentie-uitstoot, dan wordt het berekeningspercentage verlaagd met 0,1% per gram CO², met een minimum van 4%. Indien er geen CO²-gegevens beschikbaar zijn voor uw voertuig, dan wordt de CO²-uitstoot forfaitair bepaald op 195 gram/km voor dieselwagens en 205 gram/km voor alle andere type wagens. De coëfficiënt gebruiksduur (ouderdom) is gebaseerd op de periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig (een begonnen maand telt voor een volledige maand).
Periode verstreken | Coëfficiënt gebruiksduur |
---|---|
Van 0 tot 12 maanden | 100% |
Van 13 tot 24 maanden | 94% |
Van 25 tot 36 maanden | 88% |
Van 37 tot 48 maanden | 82% |
Van 49 tot 60 maanden | 76% |
Vanaf 61 maanden | 70% |
B. Voordeel alle aard voor de woning
Wanneer een bedrijfsleider gratis mag wonen in een woning of een gedeelte van de woning van de vennootschap, geeft dit aanleiding tot een belastbaar voordeel alle aard. Voor de bepaling wordt gekeken naar het deel van het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen dat overeenstemt met het privé-matig gebruikt gedeelte van de woning. Ligt dit lager dan 745 euro, dan zal u belast worden op:
Regeling tot en met 2018 (AJ 2019)
Ligt het kadastraal inkomen hoger dan 745 euro, dan wordt u belast op:
Wanneer het gaat om een gemeubelde woning, moet u het voordeel alle aard nogmaals vermenigvuldigen met 5/3.
Regeling vanaf 2019 (AJ 2020)
Gebouwd gemeubeld onroerend goed:
Gebouwd ongemeubeld onroerend goed:
Kalenderjaar | Indexatiecoëfficiënt |
---|---|
2013 | 1,6813 |
2014 | 1,7000 |
2015 | 1,7057 |
2016 | 1,7153 |
2017 | 1,7491 |
2019 | 1,8230 |
2020 | 1,8492 |
C. Voordeel alle aard verwarming en elektriciteit
De kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit wordt door de fiscus forfaitair gewaardeerd, ongeacht het werkelijke verbruik. Er wordt een onderscheid gemaakt of de genieter van de kosteloze verstrekking een bedrijfsleider/leidinggevend personeel of niet is. Ingeval van bedrijfsleiders en ander leidinggevend personeel gelden de volgende forfaitaire bedragen:
Kalenderjaar | Verwarming | Elektriciteit |
---|---|---|
2013 | 1.870,00 euro | 930,00 euro |
2014 | 1.900,00 euro | 940,00 euro |
2015 | 1.900,00 euro | 940,00 euro |
2016 | 1.910,00 euro | 950,00 euro |
2017 | 1.950,00 euro | 970,00 euro |
2019 | 2.030,00 euro | 1.010,00 euro |
2020 | 2.060,00 euro | 1.030,00 euro |
Indien het gaat om andere verkrijgers, dan gelden de volgende forfaitaire bedragen:
Kalenderjaar | Verwarming | Elektriciteit |
---|---|---|
2013 | 840,00 euro | 420,00 euro |
2014 | 850,00 euro | 430,00 euro |
2015 | 860,00 euro | 430,00 euro |
2016 | 860,00 euro | 430,00 euro |
2017 | 880,00 euro | 440,00 euro |
2019 | 910,00 euro | 460,00 euro |
2020 | 930,00 euro | 460,00 euro |
D. Voordeel alle aard telefoon, internet en computer
Indien een bedrijfsleider gratis gebruik mag maken van een telefoon of GSM, internetverbinding of computer voor privé-matig gebruik, dan wordt hij hiervoor door de fiscus belast op een forfaitair bedrag.
Kalenderjaar | Telefoon | Internet | Computer |
---|---|---|---|
2013 | 150,00 euro | 60,00 euro | 180,00 euro |
2014 | 150,00 euro | 60,00 euro | 180,00 euro |
2015 | 150,00 euro | 60,00 euro | 180,00 euro |
2016 | 150,00 euro | 60,00 euro | 180,00 euro |
2017 | 150,00 euro | 60,00 euro | 180,00 euro |
2019 | 48,00 euro | 60,00 euro | 72,00 euro |
2020 | 48,00 euro | 60,00 euro | 72,00 euro |
E. Voordeel alle aard renteloze of goedkope lening
Wanneer een bedrijfsleider een renteloze lening krijgt of een lening tegen een verminderde rentevoet, dan krijgt hij een voordeel alle aard. Het voordeel wordt berekend op basis van het verschil tussen de referentierentevoet en de rentevoet die effectief aan de ontlener werd aangerekend. Veel voorkomend is dat de bedrijfsleider een debetstand rekening-courant heeft. Het voordeel alle aard wordt dan berekend op de gemiddelde stand van de rekening-courant tegen de wettelijke rentevoet voor niet-hypothecaire leningen zonder welbepaalde termijn:
Kalenderjaar | Debetintresten RC |
---|---|
2012 | 9,50 % |
2013 | 8,80 % |
2014 | 9,20 % |
2015 | 8,16 % |
2019 | 8,78 % |
2020 | Nog niet gekend |
Vennootschappen en eenmanszaken moeten in de loop van hun boekjaar voorafbetalingen doen. Doen ze dit niet, dan volgt er een belastingvermeerdering. KMO-vennootschappen en beginnende zelfstandigen hoeven in de eerste drie boekjaren geen voorafbetalingen te doen en zullen ook geen belastingvermeerdering krijgen.
Door voorafbetalingen te doen kan u deze vermeerdering beperken of neutraliseren. Afhankelijk van het tijdstip van de voorafbetaling is er namelijk een voordeel verbonden aan de voorafbetaling. Daarbij geldt dat hoe vroeger u vooraf betaalt, hoe groter het voordeel zal zijn.
Ingevolge de COVID-19 pandemie kampen heel wat bedrijven met liquiditeitsproblemen. Voor die vennootschappen en zelfstandigen heeft de regering beslist om de percentages van de voordelen van de voorafbetalingen van de derde en de vierde vervaldag, op respectievelijk 10 oktober en 20 december 2020, te verhogen. Dankzij deze steunmaatregel is het uitstellen van hun voorafbetalingen minder nadelig.
In de tabel hieronder vindt u de aangepaste percentages voor de voorafbetalingen. Deze zijn, zoals gezegd, hoger in het derde en vierde kwartaal 2020 (tenzij er een dividenduitkering is):
Voorafbetaling | Personenbelasting | Vennootschapsbelasting
(geen dividenduitkering) | Vennootschapsbelasting
(wel dividenduitkering) |
---|---|---|---|
VA 1 - uiterlijk 10.04.2020 | 3,00 % | 9 % | 9,00 % |
VA 2 - uiterlijk 10.07.2020 | 2,50 % | 7,5 % | 7,50 % |
VA 3 - uiterlijk 12.10.2020 | 2,25 % | 6,75 % | 6,00 % |
VA 4 - uiterlijk 21.12.2020 | 1,75 % | 5,25 % | 4,50 % |
De maatregel is bedoeld voor bedrijven met liquiditeitsproblemen. Deze geldt dan ook niet voor vennootschappen die:
De percentages van de vermeerderingen zelf blijven ongewijzigd, net zoals de data van de voorafbetalingen.
De belastingvermeerdering en de voordelen in de personenbelasting bedragen:
Kalenderjaar 2019 Aanslagjaar 2020 | Kalenderjaar 2020 Aanslagjaar 2021 | |
---|---|---|
Globale vermeerdering | 2,25 % | 2,25 % |
VA 1 - uiterlijk 10.04 | 3,00 % | 3,00 % |
VA 2 - uiterlijk 10.07 | 2,50 % | 2,50 % |
VA 3 - uiterlijk 10.10 | 2,00 % | 2,00 % |
VA 4 - uiterlijk 20.12 | 1,50 % | 1,50 % |
De belastingvermeerdering en de voordelen in de vennootschapsbelasting bedragen:
Kalenderjaar 2019 Aanslagjaar 2020 | Kalenderjaar 2020 Aanslagjaar 2021 | |
---|---|---|
Globale vermeerdering | 6,75 % | 6,75 % |
VA 1 - uiterlijk 10.04 | 9,00 % | 9,00 % |
VA 2 - uiterlijk 10.07 | 7,50 % | 7,50 % |
VA 3 - uiterlijk 10.10 | 6,00 % | 6,00 % |
VA 4 - uiterlijk 20.12 | 4,50 % | 4,50 % |
De data gelden voor een boekjaar dat loopt van 1 januari tot 31 december. Wanneer het boekjaar niet gelijk loopt met het kalenderjaar, schuiven de data mee op. Loopt uw boekjaar bv. van 1 april tot 31 maart, dan moet de eerste voorafbetaling gebeuren tegen 10 juli, de laatste tegen 20 maart.
Oude regeling tot 31 december 2019 (AJ 2020):
Voor de eenmanszaken zijn sinds 1 januari 2018 de kosten van personenwagens, wagens dubbel gebruik en minibussen voor andere beroepsverplaatsingen dan het woon- werkverkeer slechts aftrekbaar in functie van de CO² uitstoot. Er is een overgangsregeling voor alle wagens aangekocht vóór 1 januari 2018. De kosten voor zuivere beroepsverplaatsingen zijn aftrekbaar in functie van de CO² uitstoot maar met een minimum van 75%
Voor vennootschappen wordt een onderscheid gemaakt tussen brandstofkosten en overige kosten.
Brandstofkosten zijn in de vennootschap 75% fiscaal aftrekbaar.Voor de overige kosten (aankoop, onderhoud, herstellingen, autokeuring, carwash, verzekering, verkeersbelasting, …) is de aftrekbaarheid van deze kosten afhankelijk van het type brandstof van de wagen en de CO²-uitstoot van die wagen.
Voor dieselwagens gelden volgende aftrekpercentages afhankelijk van de CO²-uitstoot:
CO2 - uitstoot | Fiscale aftrekbaarheid |
---|---|
0 - 60 | 100% |
61 - 105 | 90% |
106 - 115 | 80% |
116- 145 | 75% |
146- 170 | 70% |
171- 195 | 60% |
195 - | 50% |
Voor benzinewagens gelden volgende aftrekpercentages afhankelijk van de CO² -uitstoot:
CO2 - uitstoot | Fiscale aftrekbaarheid |
---|---|
0 - 60 | 100% |
61 - 105 | 90% |
106 - 115 | 80% |
126- 155 | 75% |
156- 180 | 70% |
181- 205 | 60% |
205 - | 50% |
In 2019 (AJ 2020) werden de kosten voor elektrische wagens 120% afgetrokken worden.
Vanaf AJ 2021 is de aftrekbaarheid beperkt tot 100%.
Zowel voor de eenmanszaken als voor de vennootschappen geldt dat de volgende kosten 100% aftrekbaar zijn:
Regeling vanaf 2020 (AJ 2021)
De nieuwe formule voor het aftrekpercentage is:
Toelichting bij de formule:
Het berekende aftrekpercentage kan niet minder zijn dan 50 % en niet hoger dan 100 %.
De aftrek kan wel 40,00 % bedragen, maar dit geldt enkel voor voertuigen met een minimum CO²-uitstoot van 200 gram CO² per kilometer.
De vroegere 75% voor de aftrek van de brandstofkosten bij de vennootschappen is niet meer van toepassing. De aftrekbeperking van de brandstofkosten is in functie van de CO²-uitstoot.
De CO² uitstoot werd vroeger bepaald volgens de NEDC-norm. Sinds 1 september 2018 wordt de officiële CO² uitstoot vastgesteld via WLTP-norm. Voor voertuigen met twee CO²-uitstootwaarden heeft men de vrije keuze: ofwel de NEDC 2.0 waarde ofwel de WLTP waarde.
Een forfaitaire dagvergoeding is een forfaitair bedrag dat u zichzelf kan uitkeren per dag die u niet op kantoor werkt. Het bedrag is een compensatie voor de kleine kosten die u maakt voor maaltijden en andere kleine kosten (vervoer, parking, taxi, …).
Om een forfaitaire dagvergoeding te kunnen uitkeren moet u kunnen bewijzen dat u effectief buitenhuis heeft gewerkt. Hou dus steeds uw agenda bij met de afspraken die buiten het kantoor hebben plaatsgevonden. Daarnaast kan de dagvergoeding ook enkel toegekend worden indien u minstens 6 uur afwezig bent van kantoor en op verplaatsing werkt.
De forfaitaire dagvergoeding is voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor de ontvanger van de vergoeding is er geen taxatie op persoonlijke naam, omdat het gaat om een zuivere terugbetaling van werkelijke beroepskosten.
Vanaf 1 januari 2014 is er geen sprake meer van verschillende tarieven naar gelang de personeelscategorie waaronder u gecatalogeerd bent. Volgende eenvormige tarieven zijn van toepassing:
Meer dan 6 uur | 17,06 euro |
Niet kosteloze logies | 128,01 euro |
Bedragen vanaf 1 april 2020 | |
Meer dan 6 uur | 17,41 euro |
Niet kosteloze logies | 130,57 euro |
Hogere forfaitaire vergoedingen zijn mogelijk maar er dient wel een dubbel bewijs geleverd te worden:
Dus een deelname aan seminaries of beurzen en hotelkosten zitten niet in de forfaitaire dagvergoeding en deze kan u dus apart inbrengen via facturen of bonnetjes.
Voor de financiering van de onderneming kan er gebruik gemaakt worden van vreemd vermogen of eigen vermogen. De vergoeding van het vreemd vermogen is volledig fiscaal aftrekbaar maar dat van eigen kapitaal niet. Om deze discriminatie tussen de beide financieringsvormen te beperken is de aftrek voor risicokapitaal in het leven geroepen. Vennootschappen mogen van hun belastbare winst een bepaald percentage van hun gecorrigeerd eigen vermogen aftrekken.
De notionele intrestaftrek is niet combineerbaar met de investeringsaftrek.
Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen micro-, kleine en grote vennootschappen, waarbij kleine en microvennootschappen kunnen genieten van een hogere intrestaftrek.
De microvennootschap is een subcategorie van de kleine vennootschappen. Hierbij mag er maximum één van de onderstaande vermelde drempelwaarden overschreden worden:
Kleine vennootschappen zijn in dit kader vennootschappen die de laatste 2 boekjaren gemiddeld minder dan 50 werknemers hadden en niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
De criteria worden op geconsolideerde basis berekend. Dit houdt in dat de cijfers van alle verbonden ondernemingen met elkaar opgeteld moeten worden.
De notionele intrestaftrek wordt berekend op het gecorrigeerd eigen vermogen. Op dit gecorrigeerd eigen vermogen mag het volgende tarief worden toegepast, afhankelijk van aanslagjaar en of u een kleine of grote vennootschap bent.
Aanslagjaar | Kleine vennootschappen | Grote vennootschappen |
---|---|---|
2013 | 3,500 % | 3,000 % |
2014 | 3,242% | 2,742 % |
2015 | 3,130 % | 2,630 % |
2016 | 2,130 % | 1,630 % |
2017 | 1,631 % | 1,131 % |
2020 | 1,226 % | 0,726 % |
2021 | 0,408 % | 0,000 % |
Natuurlijke personen en vennootschappen die investeringen uitvoeren, kunnen onder bepaalde voorwaarden een investeringsaftrek verkrijgen. De investeringen moeten voldoen aan onderstaande criteria:
Onderstaande investeringen hebben geen recht op aftrek:
De investeringsaftrek zorgt voor een fiscaal voordeel waarbij een bepaald percentage van de waarde van de investeringen mag afgetrokken worden van de belastbare winst. Welk percentage er mag toegepast worden, hangt af van het soort investering.
Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering |
---|---|---|
2020 | 13,50 % | Digitale vaste activa, octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) |
20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |
- | Productie en recyclage van herbruikbare verpakkingen | |
20,00 % | Andere investeringen | |
2021 | 13,50 % | Digitale vaste activa, octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) |
20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |
- | Productie en recyclage van herbruikbare verpakkingen | |
8,00 % | Andere investeringen voor 13 maart 2020 | |
25,00 % | Andere investeringen vanaf 13 maart 2020 | |
- | Productie en recyclage van herbruikbare verpakkingen |
Gespreide investeringsaftrek voor natuurlijke personen:
Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering | Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering |
---|---|---|---|---|---|
2020 | 10,50 % | Gespreide gewone investeringsaftrek als er minder dan 20 werknemers tewerkgesteld worden | |||
20,50 % | Gespreide verhoogde investeringsaftrek op milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, ongeacht het aantal werknemers | ||||
2021 | 10,50 % | Gespreide gewone investeringsaftrek als er minder dan 20 werknemers tewerkgesteld worden | |||
20,50 % | Gespreide verhoogde investeringsaftrek op milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, ongeacht het aantal werknemers | ||||
2020 | 10,50 % | Gespreide gewone investeringsaftrek als er minder dan 20 werknemers tewerkgesteld worden | |||
20,50 % | Gespreide verhoogde investeringsaftrek op milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, ongeacht het aantal werknemers | ||||
2021 | 10,50 % | Gespreide gewone investeringsaftrek als er minder dan 20 werknemers tewerkgesteld worden | |||
20,50 % | Gespreide verhoogde investeringsaftrek op milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, ongeacht het aantal werknemers |
Eénmalige investeringsaftrek voor vennootschappen:
Alle vennootschappen:
Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering | Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering |
---|---|---|---|---|---|
2020 | 13,50 % | Octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) | |||
3,00 % | Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten | ||||
2021 | 13,50 % | Octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) | |||
3,00 % | Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten | ||||
2020 | 13,50 % | Octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) | |||
3,00 % | Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten | ||||
2021 | 13,50 % | Octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchting systemen (horeca) | |||
3,00 % | Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten |
Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s):
Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering | Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering |
---|---|---|---|---|---|
2020 | 20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |||
13,50 % | Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor beveiliging van informatie- en communicatietechnologie | ||||
20,00 % | Materiële en immateriële vaste activa | ||||
2021 | 20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |||
13,50 % | Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor beveiliging van informatie- en communicatietechnologie | ||||
8,00 % | Materiële en immateriële vaste activa voor 13 maart 2020 | ||||
25,00 % | Materiële en immateriële vaste activa vanaf 13 maart 2020 | ||||
2020 | 20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |||
13,50 % | Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor beveiliging van informatie- en communicatietechnologie | ||||
20,00 % | Materiële en immateriële vaste activa | ||||
2021 | 20,50 % | Beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen | |||
13,50 % | Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor beveiliging van informatie- en communicatietechnologie | ||||
8,00 % | Materiële en immateriële vaste activa voor 13 maart 2020 | ||||
25,00 % | Materiële en immateriële vaste activa vanaf 13 maart 2020 |
Vennootschappen die uitsluitend winst uit scheepvaart verkrijgen:
Aanslagjaar | Tarief | Aard van investering |
---|---|---|
2020 | 30,00 % | Zeeschepen |
2021 | 30,00 % | Zeeschepen |